Vaker heb ik de vraag gekregen hoe ik aan het idee ben gekomen om over de botersmokkel een thriller te schrijven. Dezelfde vraag krijg ik over het tweede verhaal. Het antwoord is simpel: het zijn anderen die me geïnspireerd hebben.
Het idee om over een botersmokkelaar een verhaal te schrijven is niet ‘zomaar’ ontstaan. Lang geleden hoorde ik voor het eerst over de botersmokkel in de jaren ’50. Verbazingwekkend, vond ik. De eenvoud van roomboter die verband houdt met smokkelen waarbij op den duur ook geweld bij kwam kijken. En dan goud zoeken in West Afrika. Ook hier hoorde ik -min of meer terloops- over een Nederlander die van goud zoeken zijn werk heeft gemaakt. Fascinerend, vond ik. Nog steeds trouwens.
Het is de input van anderen die een verhaal vormen tezamen. Ik ga natuurlijk niet alles vertellen maar ook de tegenspeler van de goudzoeker is gebaseerd op waar gebeurde verhalen en ervaringen. Het enige dat ik hoef te doen is alle verhalen samen te voegen, vermengen en te kneden tot een spannend verhaal.
PS: blijf vooraf doorgaan met delen; niet bang worden nu.